maandag 7 april 2014

Een winterse wandeling



'Weet je, Merlijn, als je er ooit een hebt zien vliegen, dan ben je voor altijd verkocht,' zei opa Kaspers.
Merlijn kende haar opa als een man met een grote liefde voor de natuur en vogels in het bijzonder. Maar ijsvogels, die spanden toch de kroon.
Toen Merlijn een paar weken geleden bij hem op bezoek was vertelde hij haar over de keer dat hij voor het eerst een ijsvogel had  gezien. Hij was net getrouwd en woonde met oma aan de rand van een klein dorp. Niet ver daar vandaan was een snelstromende beek, die dwars door de weilanden liep, om dan in het bos te verdwijnen.

Haar grootvader vertelde hoe hij al een poos aan de waterkant had gestaan en een paar reeën had gezien, die al snel weer schichtig het in bos in liepen, toen zijn aandacht werd getrokken door een schim die laag over het water scheerde. Hij had de beweging gevolgd en gezien hoe het beestje even verderop neerstreek op een boomstronk. Zo kon hij hem in al zijn kleurenpracht bewonderen, een grote zilveren vis in zijn bek.
'Hij was zo mooi Merlijn, ik was op slag verliefd.'

Opa Kaspers wilde zo graag nog eens terug naar die plek uit zijn jeugd en alhoewel Merlijn had gezegd dat er met deze vrieskou toch echt geen ijsvogels konden zijn, had hij volgehouden. Merlijn, die haar grootvader maar moeilijk iets kon weigeren, had daarop een vrije dag genomen en nu waren ze bijna op de plek van bestemming.

'Ja, hier moet het ongeveer zijn geweest.'
Merlijn stopte langs de waterkant, pakte de wandelstok haar grootvader van de achterbank en hielp hem met uitstappen. Ze waarschuwde hem voorzichtig te lopen.
'Ja, kindje,' zei hij.
Ze liepen een eindje langs de waterkant bleven toen staan, niet ver van een bruggetje. Het was stil, alle dieren leken zich te verschuilen. Zo bleven ze een tijdje staan kijken. Merlijn blies in haar handen en stampte wat met haar voeten.
'Heeft u het niet koud?' vroeg ze haar grootvader.
'Welnee, Merlijn, het is heerlijk.'
Ze keek hem aan en zag hoe hij genoot. Dat deed haar goed.
'Als er nu toch eens een ijsvogel langs zou kunnen komen,' dacht ze.
Merlijn had het inmiddels wel aardig koud gekregen en maakte aanstalten om weer naar de auto te gaan.
'We moesten maar weer eens gaan…' opperde ze voorzichtig.
'Kijk, daar!' riep opa.
Merlijn draaide zich snel om en keek in de richting die hij aanwees. Ze zag nog net een blauwige schim die laag over het water vloog.
'Ik wist het wel, met mijn eigen tovenaar in de buurt moest het toch lukken!'
Haar grootvader stond te glunderen en Merlijn gaf hem een dikke zoen op zijn wang.

'Ja, u had gelijk, het is betoverend.'



Met dank aan Jan de Jong uit Nieuwkoop voor de foto van zijn mooie schilderij!
(geschreven 1 december 2000 tijdens een schrijfcursus in Amersfoort)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten